Bloemendaals geschiedenis

 

Geschiedenis van Bloemendaal

Graaf Floris II van Holland (1091 – 1122) liet aan de rand van de duinen het hof ‘Huys Aelbertsberg’ optrekken. Waarschijnlijk heeft het gelegen achter het huidige Meertje van Caprera. De naam ‘Aelbertsberg’ is vermoedelijk afkomstig van Adelbertus, een metgezel van Willibrord die al in de 8ste eeuw als missionaris in Kennemerland rondtrok en waarvoor Floris en zijn vrouw Petronella een grote verering koesterden.

Aangezien Floris slechts af en toe op het hof verbleef werd het dagelijks bestuur overgelaten aan zogeheten leenmannen. Eén van hen was de heer van Brederode. De ruïne van Brederode, gebouwd in 1282, getuigt nog van deze tijd. Rond 1500 werd het Huys te Aelbertsberg betrokken door ene Willem van Blommendael die de naam van het huis veranderde in Huys te Blommendael. Het dorp dat later rond het huis ontstond kreeg zodoende de naam Bloemendaal. In die periode leefden de mensen van veeteelt, het maken van kalk van schelpen uit de Noordzee en het bleken van linnen dat van nature een vale tint heeft en door de productie ook vuil werd.

De schone, zanderige en met gras begroeide velden en het schone water uit de duinen leenden zich uitstekend voor het bleken en spoelen van het linnen. De Bloemendalers deden uitstekende zaken, hetgeen zich vertaalde in prachtige buitenverblijven.

Daarnaast schaften rijke kooplieden uit Amsterdam en Haarlem zich een tweede huis aan in de mooie omgeving van Bloemendaal. Met name voormalige kastelen en adellijke huizen waren bijzonder in trek. En toen de blekerijen aan het einde van de 17de eeuw in verval raakten bleken ook deze uitstekend dienst te kunnen doen als buitenplaats. Ze werden opgekocht en omgebouwd. Zo ontstonden De Rijp, Wildhoef, Duin en Daal en Hartenlust die de rijke historie van Bloemendaal onderstrepen.